De ontwikkeling van kabelmoffen-montage

Hoeveel kan er veranderen in 100 jaar? In de digitale wereld volgen de ontwikkelingen elkaar razendsnel op en uitvoering door mensen wordt steeds vaker overbodig. De term vakmanschap verdwijnt meer en meer uit de samenleving. Echter, de montage van kabelmoffen is nog altijd mensenwerk. Dit artikel is de tweede in een serie van drie geschreven ter gelegenheid van het feit dat Lovink Enertech 100 jaar geleden, in 1919 startte met de productie van kabelmoffen. 

Zoek de verschillen

Met de start van de verkabeling van het distributienet deden ook de kabelmoffen hun intrede. De montage vergde veel vakmanschap met veel monteursafhankelijke handelingen, zoals het werken met gesmolten tin. Het gebruik van vloeibare isolatie wordt nog steeds een toegepast, alleen zijn de olie en bitumen vervangen door moderne chemische vloeistoffen. Onderstaande foto’s uit 1935 tonen aan dat de verschillen niet eens zo heel groot zijn.

Kabelvoorbereiding
De kabelvoorbereiding is nagenoeg gelijk, hoewel de ontwikkeling van gereedschap het aanpellen wel heeft vergemakkelijkt.

Verbinding
Het verbinden van de kabels is een stuk verbeterd. Met de komst van stalen verbinders rond de jaren 60 behoort ook het vertinnen tot de verleden.

      

Kabelmoffen
Voor wat betreft de kabelmoffen hebben veel montageverbeteringen plaatsgevonden. Zie bijvoorbeeld het vergelijk van de vertinningstechniek van toen met de huidige montage van Lovink Enertech kabelmoffen.

Ontwikkeling kabelmoffen

De eerste gietijzeren laagspanningsmoffen werden gevuld met bitumen en pas in de jaren zeventig werd overgegaan op kunsthars. Op het gebied van montage werden de eerste verbeteringen merkbaar toen de krimptechnieken hun intrede deden, warmkrimp in de jaren zestig en koudkrimp in de jaren tachtig. Later kwamen daar nog de wikkelmoffen bij: een combinatie van rekbaar gaasband, montagetape en geïnjecteerde kunsthars. Een zeer flexibel montagesysteem dat nog regelmatig in laagspanning wordt toegepast.

Montageverbetering kabelmoffen Lovink

De introductie van een universele vloeibare siliconen mof in de jaren tachtig betekende een geheel nieuwe wijze van monteren. De Lovink mof is opgebouwd uit een binnen- en buitenmof die samen met een vulstof zorgden voor de elektrische en mechanische isolatie. De stapsgewijze opbouw, een minder groot lasgat en montage zonder brander zorgden dat deze mof relatief snel werd omarmd door monteurs. Toen de gietijzeren buitenschaal werd vervangen door een kunststof variant werd de mof een stuk makkelijker te hanteren voor de monteur.  Recent is de montagevriendelijkheid nog verder verbeterd, onder andere door vernieuwde vormgeving van onderdelen, voorgemonteerde onderdelen en verbetering van de montage-logica.

What’s next

Zoals het er nu naar uitziet zullen ondergrondse kabelverbindingen nog altijd nodig zijn in de toekomst. Sterker nog, de eisen aan de kabelmoffen zullen alleen maar toenemen. De stijgende behoefte aan elektriciteit en de energietransitie die voor meer spanningen en belastingfluctuatie in de kabel zorgen. Maar ook de behoefte aan  toenemend montagegemak als gevolg van het dalend aantal goedopgeleide vakkrachten. Immers, hoe eenvoudiger een kabelmof te installeren is des te minder storingen door montagefouten. Tot slot zal de wens om netwerken  realtime te monitoren leiden tot meer digitalisering in de mof.

Lovink Enertech zal ook de komende 100 jaar haar kennis en kunde inzetten voor het nog verder optimaliseren van elektriciteitsnetten.

Bronvermelding: het historisch beeldmateriaal is afkomstig van YouTube ‘Making a joint for a paper-insulated cable – 1932’ [British Pathé].