De rol van kabelmoffen in de elektriciteitsvoorziening
Vandaag de dag weten we niet beter dan dat stroom via kabels naar huishoudens en bedrijven getransporteerd wordt. Maar hoe is dit ontstaan en wanneer deden de 1e kabelmoffen hun intrede. Dit artikel is de eerste in een serie van drie geschreven ter gelegenheid van het feit dat Lovink Enertech 100 jaar geleden, in 1919 startte met de productie van kabelmoffen.
Start elektrificatie
Eind 18e eeuw was een klein aantal elektriciteitscentrales in Nederland actief en het toepassingsgebied reikte niet verder dan een straal van enkele honderden meters. Er heerste een terughoudende stemming, veel gemeentebesturen waren bang voor concurrentie voor de gemeentelijke gasbedrijven die tot dan de verlichting verzorgden.
Na de opkomst van wisselstroom en de verbeterde economische omstandigheden werden begin 1900 in de meeste grotere Nederlandse steden gemeentelijke elektriciteitscentrales opgezet. Aan de vooravond van de 1e wereldoorlog telde Nederland 83 centrales.
Een groot deel van de elektriciteitscentrales distribueerden hun elektriciteit door middel van ondergrondse kabels, zowel door ruimtegebrek als ook om esthetische redenen. Met de ontwikkeling van deze distributiekabels werd tegelijkertijd ook veel aandacht besteed aan bijbehorende garnituren. Men richtte zich toen voornamelijk op het verkorten van de montagetijd en het beperken van de afmetingen.
De eerste kabelmoffen die Lovink in 1919 produceerde waren van gietijzer en werden gevuld met bitumen. De toegepaste kabel was papierloodkabel die zijn naam dankt aan de papieren isolatie die gedrenkt werd in olie en hars en de bescherming van loodmantel tegen het grondwater. Later werd ten behoeve van de isolatie van de koperaders gemetalliseerd papier toegevoegd, het zogenaamde Höchstädter folie.
Intrede kunststof
In de jaren zestig deed de kunststof techniek zijn intrede. In 1975 introduceerde Lovink een nieuwe generatie laagspanning kabelmoffen. Deze waren nog steeds gebaseerd op een gietijzeren behuizing maar werden nu gevuld met een kunsthars in plaats van bitumen.
Ook in de kabeltechniek ging kunststof een grotere rol spelen. De doorsneden van middenspanningskabels moesten steeds groter worden vanwege het groeiende gebruik. Hierdoor werd het financieel interessant om kunststof kabels te gaan gebruiken. Daarnaast waren kunststof kabels eenvoudiger te leggen en bezaten een grotere transportcapaciteit dan de traditionele papierloodkabels. Hoewel de kabel in de jaren zeventig en tachtig nog sterk doorontwikkeld is op het gebied van waterdichtheid werd kunststof kabel de nieuwe standaard.
Ontwikkeling verbindingstechnieken
De warmkrimptechniek als basis voor kabelmoffen deed in de zestiger jaren zijn intrede. Deze verbindings-techniek maakt gebruik van de elastische vervormbaarheid van kunststof hulzen door verhitting. De hulzen omsluiten de verbinding en op die manier is de verbinding elektrisch geïsoleerd. Jaren later, midden jaren tachtig werd ook koudkrimptechniek toegepast bij kabelmoffen. Hierbij wordt de huls opgerekt door een spiraal die na verwijdering weer ‘terugkrimpt’ naar zijn oorspronkelijke vorm. Nog later werden ook andere technieken, waaronder opschuif- en hybride kabelmoffen geïntroduceerd.
Universele oplossing
In 1988 brengt Lovink Enertech een universele oplossing voor kunststof- en papiergeïsoleerde midden- spanningskabels op de markt. Deze 1e generatie kabelmoffen hebben een gietijzeren behuizing en een binnenmof van polyester. De elektrische isolatie bestaat uit vloeibare siliconen die in samenwerking met specialisten van chemieconcerns is ontwikkeld. Enige tijd later volgt de tweede generatie LoviSil® moffen die volledig uit kunststof is opgebouwd en daarmee een stuk makkelijker te monteren. Recent zijn de LoviSil® moffen nog verder verbeterd op montagegemak en is de 3e generatie een feit. Inmiddels is de vloeibare siliconen isolatietechniek niet meer weg te denken uit de huidige aanbod van kabelmoffen.
What’s next
Ontwikkelingen gaan steeds sneller, denk bijvoorbeeld aan het terugvoeden van duurzame energie in de kabels. Daarnaast zien we ook dat de elektriciteitsbehoefte nog altijd stijgt, o.a. door de wereldwijde economische vooruitgang. Kabelmoffen blijven altijd een belangrijke rol spelen: of het nou gaat om het aaneenschakelen van kabels voor nieuwe tracés of het onderhouden van bestaande netten. Een kabelnet is zo sterk als de zwakste schakel.
Lovink Enertech heeft naam gemaakt als moffenspecialist. En hoewel wij inmiddels meerdere productlijnen leveren, blijven wij ook de komende 100 jaar onze kennis en kunde inzetten voor het instandhouden en verbeteren van elektriciteitsnetten.
Bronvermelding: de historische informatie is afkomstig uit het boek Nederland-Kabelland geschreven door Hans Buiter [1994].